vrijdag 20 oktober 2017
Rekto:Verso
Beste Laurence Vielle
Elke vrijdag schrijft een van onze vijf vaste online correspondenten een brief aan iemand. Deze week bewierookt Bert Van Raemdonck voormalig dichter des vaderlands Laurence Vielle omdat zij met haar voorstelling Ronde van België de mensen even doet vergeten dat ze poëzie eigenlijk haten.
Ik hou niet van wielrennen. Ik heb lang en vaak geprobeerd de koers plezant te vinden, maar het lukt mij gewoon niet. Het heeft iets te maken met de permanente aanwezigheid van Michel Wuyts, denk ik, en met de jammerlijke afwezigheid van een bal, een deklat en een paar strafschoppen op het einde. Toch vind ik jouw Ronde van België geweldig. Je presenteert in die voorstelling wat je de voorbije twee jaar als Dichter des Vaderlands hebt gedaan, en neemt Els Moors, je opvolgster, en enkele andere dichters mee op sleeptouw. De manier waarop je dat doet, is hartverwarmend. Ik bedoel dat redelijk letterlijk: toen ik de zaal verliet, had ik een paar graden warmer dan toen ik er anderhalf uur eerder arriveerde. De Ronde van België / Le Tour de Belgique is losjes gebouwd rond de vraag waar zich het poëtische midden van België bevindt. Terwijl jij als Franstalige uit Brussel in heel Vlaanderen naar dat poëtische centrum op zoek bent gegaan, reisde Els Moors ondertussen met dezelfde missie door het Franstalige deel van het land. Onderweg hielden jullie elkaar van jullie zotte bevindingen op de hoogte, en nu kan ook het publiek het resultaat daarvan komen bekijken en beluisteren. Ik heb anderhalf uur lang aan je lippen gehangen. Ik heb veel en goed gelachen, en ik was een paar keer oprecht en ouderwets ontroerd. Ergens onderweg heb je mij ook helemaal ingepakt met je verhaal over het vluchtelingenhuis nabij Leuven, niet alleen omdat je dat moeilijke Nederlandstalige woord zo charmant uitspreekt dat je er een grijze betonblok mee in een kom zachte chocolademousse kan veranderen, maar ook door de manier waarop je literatuur en engagement met elkaar combineert. Zowel in je poëzie zelf als in wat je daarnaast nog op het podium vertelt, zit er een stevige laag politiek, die rechtsdragende staatssecretarissen voor Asiel en Migratie stevig zal doen blozen. Toch vind ik dat je nooit betweterig wordt. De voorstelling is een ode aan de droom en aan de kunst; ze wordt nooit een vuist of een vlag. De voorstelling is een ode aan de droom en aan de kunst; ze wordt nooit een vuist of een vlag.
In Nederland is het debat over de vraag of kunst maatschappelijk betrokken moet zijn weer brandend actueel. De argumenten die ook al werden gebruikt tijdens de vorige 26.982 keren dat die discussie is gevoerd, worden bijgevolg nog eens allemaal opgewarmd. In De Ronde van België trek jij je van heel die discussie lekker niets aan. Je doet wat je doet omdat je bent wie je bent, en van je publiek vraag je alleen om ondanks alle miserie toch maar te blijven dromen, en om in de kracht van de verbeelding te blijven geloven. Het is waar, de vorige zin is zo cheesy als een volledige pizza Quattro Formaggi. Toch slaag je er op een of ander manier in om die calorierijke boodschap over te brengen zonder dat ik er ook maar een spatje misselijk van word. Iets anders wat me in De Ronde van België (nog maar eens) opviel, is dat poëzie die op een podium meteen overtuigt, niet noodzakelijk ook de beste lectuur voor thuis is. Het tegenovergestelde is trouwens ook waar: wat op papier staat als een stoel, zakt op een podium soms als een poef in elkaar. Wat dat betreft zijn Els Moors en jij exemplarisch.
