vrijdag 20 april 2018
DE STANDAARD

Laurence Vielle. Brecht Van Maele
TIEN DICHTERS FIETSEN MET POËZIE LANGS HET IJZERFRONT
Vlaamse verzen in Vlaamse velden
Hun tanks zijn tweewielers, hun munitie is poëzie. Een eeuw na het einde van de Eerste Wereldoorlog fietsen tien moderne oorlogsdichters vier dagen lang door de Westhoek.
GILLES MICHIELS
‘Lijken lijken op elkaar’, dicht Maud Vanhauwaert voor een kleine groep toeschouwers. Het is een eenvoudige woordspeling maar ze werkt, want de stapel anonieme karkassen die ze wil oproepen zie je meteen voor ogen. Net als de negen andere dichters van IJzer 2018 kreeg Vanhauwaert een oorlogsbeeld waarbij ze een gedicht moest componeren.Honderd jaar na de Grote Oorlog trekken de dichters met hun oorlogspoëzie en het werk van hun strijdende collega’s langs begraafplaatsen, loopgraven en bunkers. Met de fiets, want als volleerde flandriens krijgen ze vier etappes in de Vlaamse velden voor de wielen geschoven. ’s Avonds volgt telkens een literaire voorstelling met muzikanten als Jonas Winterland en Mauro Pawlowski in een van de herdenkingsmusea.In het poëtische cycloteam zitten naast Vanhauwaert ook Dichter des Vaderlands Els Moors en Benno Barnard. Voor die eerste twee is de Westhoek bekend terrein, want ze zijn hier opgegroeid. ‘Als kind speelde ik vaak in de loopgraven’, zegt Vanhauwaert. Moors herkent die kinderlijke vanzelfsprekendheid. ‘Wij praatten thuis wel over het slagveld in de buurt, maar pas later leer je de omvang ervan kennen.’
Honderd keer dood.
‘Als kind speelde ik vaak in de loopgraven’
MAUD VANHAUWAERT, Dichteres
De omvang van de Grote Oorlog is ook op deze tocht onmogelijk te vatten. Het blijft natuurlijk een tikje ironisch om als fietstoerist in volle zon te moeten horen dat moegestreden soldaten hier in hun zomertenue de herfst moesten doorploeteren. Of om te picknicken naast het Koning Albert I-monument in Nieuwpoort, waarvan de muren opgebouwd zijn uit kleigrond en nog restanten bevatten van explosieven en zelfs botten van mensen of paarden.‘De oorlog is overal, hij is te groot om helemaal te bevatten’, zegt Lotte Dodion, terwijl ze in de West-Vlaamse mestgeur laveert. Dodion is artistiek leider van organisator Vonk & Zonen, die ook achter de Dichter des Vaderlands-verkiezing zit. ‘Maar als je honderd keer het woord “dood” laat vallen, hol je het uit. Daarom houden we het liever klein en concreet, zoals in een gedicht van Max Temmerman over twee zusters, waar de oorlog net tussen de regels sluipt omdát hij nauwelijks wordt benoemd.’
Naast eigen werk dragen de dichters zowel Franse, Engelse, Duitse als Vlaamse oorlogspoëzie voor. Gedichten vol luguber realisme en zware klanken, die wegzakken als zompige voeten in de oorlogsmodder. ‘Eigenlijk passeert de hele wereldliteratuur in de Westhoek’, zegt medeorganisator Michaël Vandebril. Maar in tegenstelling tot John McRae en consorten doen Vlaamse oorlogsdichters als Daan Boens en Frans Van Raemdonck bij de meesten geen belletje rinkelen.‘Dat ligt niet per se aan de kwaliteit van hun werk: Van Raemdonck viel uit de gratie nadat hij – onterecht – door het Vlaams-nationalisme werd gekaapt.’
